Delta Rhine Corridor gaat samen door met ruimtelijke procedure, maar geen gelijktijdige aanleg meer

Op 27 juni heeft de toenmalig minister voor Klimaat en Energie de Tweede Kamer geïnformeerd over de status van het project Delta Rhine Corridor. In het afgelopen jaar is uit technische studies gebleken dat het niet realistisch is alle buizen en kabels gezamenlijk aan te leggen. De leidingen en kabels hebben andere eigenschappen en vragen om verschillende aanlegtechnieken, waardoor ze niet tegelijkertijd aangelegd kunnen worden. Dit was een van de oorspronkelijke uitgangspunten van het project. Ook is geconstateerd dat de waterstofleiding en de CO2-leiding eerder nodig zijn voor ingebruikname dan de kabels, aangezien de windparken (waar de kabels voor nodig zijn) pas later gereed zijn. 

Alle ruimtelijke aspecten in totaliteit beoordelen

De betrokken ministers (Economische Zaken, Binnenlandse Zaken, en Infrastructuur en Waterstaat) hebben gekozen voor gezamenlijke ruimtelijke inpassing, zodat er voldoende rekening met elkaar wordt gehouden bij de verkenning waar de leidingen en kabels kunnen komen en bij de planuitwerking. Zo wordt ook voorkomen dat er tijdens de aanleg ruimtelijke problemen ontstaan. Zodra de huidige minister van Klimaat en Groene Groei een route heeft gekozen voor alle modaliteiten gaan alle partijen een eigen vergunningentraject in.  

Planning opgeschoven

De planning schuift ten opzichte van de eerder gecommuniceerde projectplanning op met minimaal vier jaar. Dat betekent dat de eerste modaliteit (waterstof) niet eerder dan 2032 in gebruik genomen kan worden, in plaats van de eerder beoogde planning van 2028. Andere modaliteiten (CO2, ammoniak en gelijkstroom) volgen later, maar ook zo snel mogelijk. Intussen weten we 

  • dat de projectorganisatie anders en steviger ingericht moet worden zodat we samen met alle betrokken partijen een goede ruimtelijke procedure kunnen doorlopen, 
  • dat de verschillende buizen en kabels op veel plekken niet binnen de strook blijken te passen die daarvoor gereserveerd is. Daarvoor moeten oplossingen gevonden worden, en 
  • dat de gewenste snelle opleverdatum van het landelijk waterstofnetwerk botst met een integrale afweging van de ruimtelijke effecten van alle buizen en kabels in de DRC. Gasunie is gevraagd om tegelijkertijd met het Delta Rhine Corridor-tracé een alternatief tracé te verkennen voor waterstof.

De vertraging in het project heeft ook gevolgen voor de uitrol van het landelijke waterstofnetwerk. Over de precieze impact op het uitrolplan en de ontwikkeling van de waterstofketen zal later meer duidelijkheid komen. 

Behoud draagvlak provincies

Deze ontwikkelingen en het besluit zijn door de toenmalig minister voor Klimaat en Energie besproken met de drie betrokken provincies. Deze reageerden teleurgesteld op de vertraging en dat een gelijktijdige aanleg niet mogelijk is. Maar zij zijn voorstander van de gezamenlijke ruimtelijke procedure waar het Rijk nu voor kiest. Ook blijven ze het belang van de Delta Rhine Corridor onderstrepen. Ze hebben de minister voorgelegd wat voor hen belangrijk is om het draagvlak in deze provincies te behouden. De minister heeft positief gereageerd en wil met de provincies onderzoeken hoe gehoor te geven aan de suggesties. 

Kamerbrief