Op 24 juni heeft de gemeente de ASD verzocht een formeel advies uit te brengen over de nota Mantelzorg 2021- 2025 v2.3. Deze nota is besproken in de vergadering van de ASD op 15 juli. We hebben ook gekeken naar de verwerking van onze aanbevelingen voor deze nota van 10 april 2021. Op basis van deze nota’s en van onze discussies heeft de ASD haar adviezen geformuleerd.

Samenvatting

Een mantelzorger is de vrijwillige en niet-afdwingbare uitvoerder van een deel van de taak van de gemeente. Het ondersteunen van hen, in hun soms emotioneel en fysiek moeilijke en zware taak, is daarom, terecht, een taak met hoge prioriteit van de gemeente. De nota Mantelzorg 2021 – 2025 maakt deze prioriteit en de urgentie voor de gemeente zichtbaar. De nota is duidelijk en gestructureerd geschreven. Er is ruim gebruik gemaakt van vele bronnen en ervaringen van anderen, zowel op lokaal als op landelijk niveau. Het gekozen zwaartepunt, de jonge mantelzorger, krijgt extra aandacht. Het is waardevol dat de gemeente meedoet met een landelijk samenwerkingsverband voor de jonge mantelzorger. De centrale rol van het Steunpunt mantelzorg is belangrijk om de gevraagde informatievoorziening en ondersteuning te realiseren. We waarderen dat de plannen zijn uitgewerkt, evalueerbaar zijn gemaakt en zijn voorzien van een financiële onderbouwing.

Toch ziet de ASD ruimte voor verbetering. Om die verbetering te bereiken, heeft zij enkele adviezen geformuleerd.

Adviezen

Steunpunt mantelzorg

Het Steunpunt wordt gepositioneerd als het centrale aanspreekpunt voor de mantelzorger. Dat is een goede keuze. Voor de mantelzorgers is het dan duidelijk waar zij met hun vragen terecht kunnen, waar zij hulp kunnen vragen en van wie zij hulp kunnen verwachten. De mantelzorger kan ook andere ondersteuningsbehoeften hebben, bijvoorbeeld WMO-gerelateerd. Dan is het CMD het aanspreekpunt.

In de nota wordt voorgesteld dat ook medewerkers van het CMD de ondersteuning aan de mantelzorger kunnen bieden.

De relatie van het Steunpunt met het CMD is in de nota onvoldoende duidelijk beschreven en kan daardoor verwarring geven. De wijze van het communiceren met de hulpvrager en de wijze van verslaglegging kan verschillend zijn.

Advies: beschrijf de relatie tussen, de rolverdeling en de wijze van verslaglegging van het Steunpunt en het CMD duidelijker.

De bemensing van het Steunpunt kan, lijkt het, steeds anders zijn. Er hoeft dus geen vaste aanspreekpersoon te zijn, maar iemand die (toevallig) beschikbaar is. Dat is minder gewenst, maar mogelijk niet te vermijden.

Advies: Probeer te bereiken dat een mantelzorger een vaste en een in het mantelzorgdomein ervaren hulpverlener heeft die de achtergrond en de zorgbehoeften kent. En die de kennis en kunde heeft om het maatwerk en de uitwerking, zoals in het beleid van de gemeente wordt geambieerd, in de praktijk te brengen. Mocht een vaste hulpverlener niet mogelijk zijn, zorg dan dat de communicatie tussen de hulpverlener en de mantelzorger goed wordt gedocumenteerd en goed wordt gedeeld.

Uit de nota en uit de enquête blijkt duidelijk de behoefte van de mantelzorgers aan goede en betrouwbare informatie. Het Steunpunt moet die rol vervullen, door zowel het passief beschikbaar stellen van informatie als het actief mee helpen zoeken naar informatie en hulp bij het onvermijdelijke invullen van formulieren. In de nota worden deze activiteiten genoemd, maar het is onduidelijk hoe deze voorziening wordt gerealiseerd.

Advies: Formuleer duidelijker wat de mantelzorger van deze taak van het Steunpunt kan verwachten en zorg voor voldoende capaciteit om deze taak adequaat uit te kunnen voeren.

In de nota worden veel personen/organisaties genoemd die de mantelzorger kunnen helpen, zoals het Steunpunt, het CMD, de cliëntondersteuners, de VOA’s, de TU’s en de HUBA’s.

Advies: Het lijkt beter om de mantelzorger altijd te verwijzen naar het Steunpunt. Dat kan dan doorverwijzen naar anderen, maar wel als coördinator alles in de gaten blijven houden. Zo is een beter beeld te krijgen van de zorgbehoefte en hoe daar op wordt ingegaan.

Respijtzorg

Het tweede belangrijke onderwerp betreft respijtzorg. De nota besteed ruim aandacht aan de tijdelijke respijtzorg. Maar in onze aanbevelingen van 10 april stond het uitgebreider geformuleerd: “Hetzelfde geldt ook voor mantelzorg waarvan de zwaarte uiteindelijk te groot is geworden. Actief meedenken om oplossingen, vrijwel altijd in samenspraak met derden, te realiseren levert de mantelzorgers rust. Immers zij weten dat, als de nood echt te groot wordt, er hulp is om sneller tot een oplossing te komen.”

Advies: Zorg, mede met de informatie van derden, dat de aanvraag voor respijtzorg en hulp als mantelzorg niet meer kan worden opgebracht, bij het Steunpunt soepel en snel verloopt.

Vrijwilligers

De rol van vrijwilligers in het sociaal domein is groot. Zij realiseren belangrijke voorzieningen voor de inwoners. Ook bij mantelzorg is de bijdrage van vrijwilligers essentieel. Zij bemensen en voeren voor een groot gedeelte de taken uit van de drie werkgroepen (beleid, mantelzorgdag en mantelzorg en werk). Bovendien hebben zij in de afgelopen coronaperiode, vaak als ervaringsdeskundige, regelmatig telefonische contacten onderhouden met de mantelzorgers, ook toen het Steunpunt was gesloten. In de nota worden zij genoemd, maar hun belangrijke rol is minder zichtbaar.

Advies: Beschrijf de rol van vrijwilligers en laat zien hoe de gemeente hen kan (laten) ondersteunen.

Beleidsdoelen en evaluatie

We waarderen de uitwerking van evalueerbare doelen van het beleid.

Advies: De doelen mogen iets ambitieuzer worden gesteld. Als voorbeeld: Per jaar een nieuwe mantelzorgvriendelijke werkgever erbij lijkt te bescheiden om de nagestreefde doelen te kunnen halen.

Financiën

In het hoofdstuk over financiën is na te gaan wat de kwalitatieve beleidsvoornemens voor mantelzorg concreet betekenen. Deze helderheid geeft ook aanleiding tot vragen.

  • In de nota worden kosten genoemd o.a. voor de personeels- en bureaukosten van het Steunpunt, voor de ondersteuning van mantelzorgers, voor de kosten van de respijtmaatregelen en voor de kosten van het compenseren van de gederfde inkomsten van de jonge mantelzorgers.Vraag: Is het beschikbare budget van €40.000 per jaar voldoende om deze uitgaven de komende jaren te kunnen blijven financieren?
  • Onderzoek geeft aan dat het beroep op mantelzorgers toeneemt. Het geambieerde aantal ingeschreven mantelzorger stijgt. Er is een jaarlijkse groei van de uitgaven (bijvoorbeeld de kosten van een fte LEV medewerker). De uitgaven voor mantelzorg zullen daarom toenemen.Vraag: Waarom stijgen de budgetten niet jaarlijks om tenminste dezelfde hulp per mantelzorger te kunnen blijven leveren?
  • Het mantelzorgcompliment was €50 Euro, waarmee 400 mantelzorgers konden worden bereikt. Dat bedrag ligt aan de onderkant van de bedragen waarmee de gemeenten in de regio hun mantelzorgers waarderen. Het mantelzorgcompliment neemt volgens deze nota af van €30 in 2021 naar €24 in 2025. Dat lijkt in tegenspraak met de uitgesproken intenties.Vraag: Is dat nastrevenswaardig voor Nuenen? Advies: Probeer de gestelde vragen in de definitieve nota te beantwoorden. Dan zijn de kwalitatieve intenties beter te beoordelen op hun impact en op mogelijk te bereiken verbeteringen.

Diversen

De nota noemt niet de rol van de maandelijkse nieuwsbrief van het Steunpunt. Advies: Deze door de mantelzorgers gewaardeerde, regelmatige informatiebron blijven continueren.

De regeling die nu is voorgesteld voor de situatie dat de zorgvrager en de mantelzorger in verschillende gemeenten wonen, kan soms schrijnend zijn voor de mantelzorger. Advies: Als de gemeenten geen onderlinge afspraken kunnen/willen maken dan is genereus zijn een goede oplossing

Er wordt overwogen weer een enquête te houden onder de mantelzorgers. Advies: Doen. Het is goed de gegevens te actualiseren. Het verdient overweging een relatie te leggen met dementie. Beide onderwerpen, mantelzorg en dementie, zijn gerelateerd. De enquête kan dan ook waardevolle informatie geven voor het dementiebeleid van de gemeente.

Observatie: De keuze voor een bon die alleen is te besteden bij de lokale winkels beperkt de doelgroep in haar keuze en is, uit dat oogpunt, minder gewenst. Andere overwegingen kunnen deze keuze acceptabel maken.